EPOS™ Support by Wire voor gazongebieden met een zwak satellietsignaal
EPOS™ Support by Wire is een voorziening die uw Automower® NERA-robotmaaier met EPOS™-technologie helpt om soepel te blijven werken in gebieden waar de satellietsignalen zwak zijn, zoals in smalle doorgangen of dicht bij dichte bomen. Een fysieke lusdraad leidt de maaier door deze lastige plekken, waardoor het risico op onderbrekingen wordt verminderd.
Opmerking: In de onderstaande tekeningen geeft de witte stippellijn de virtuele EPOS-grens aan, en de gele lijn de Support by Wire-installatie.
Compatibele Automower®-modellen
- 305E NERA
- 310E NERA
- 405XE NERA
- 410XE NERA
- 320 NERA
- 430X NERA
- 450X NERA
Zorg dat de nieuwste firmware-update op uw maaier is geïnstalleerd.
EPOS™ Support by Wire instellen: Stapsgewijze handleiding
Zorg voordat u begint dat de virtuele EPOS™-installatie voor uw Automower® NERA is voltooid. De ondersteuningsdraad kan alleen worden gebruikt binnen uw bestaande EPOS™-grenzen; hij kan niet worden gebruikt om het gedefinieerde werkgebied uit te breiden of te wijzigen. Klik hier voor gedetailleerde stapsgewijze instructies voor het realiseren van een EPOS™-installatie zonder draden.
Stap 1: Zorg dat u alles hebt wat u nodig hebt
- Automower®-installatieset, die het volgende bevat:
- Lusdraad: Gebruikt als begrenzingsdraad.
- Krammen: Om de draad vast te zetten op de grond.
- Koppelingen: Om de draden aan te sluiten.
- Koppelingen: Om de draden aan te sluiten op het laadstation.
- Gereedschap:
- Een zachte hamer: Om de krammen in de grond te slaan.
- Combinatietang: Voor het knippen van de begrenzingsdraad en het samenknijpen van de koppelingen.
- Waterpomptang: Voor het samenknijpen van de koppelingen.
Stap 2: Zorg voor een juiste positie van het laadstation
- Zorg dat het laadstation ergens wordt geplaatst waar het een goed satellietsignaal ontvangt.
- EPOS™ Support by Wire compenseert geen slechte satellietsignalen bij het laadstation.
- Het koppelpunt van het laadstation moet een onbelemmerd zicht op de hemel hebben.
- De ondersteuningsdraad kan alleen worden geïnstalleerd nadat het laadstation is geplaatst en uw EPOS™-installatie is voltooid.
- Als het laadstation al aan de grond is bevestigd, schroeft u het los om de Support by Wire-kabels aan te sluiten.
- Bij bepaalde modellen (305E, 310E NERA, 320 NERA) moet u zorgen dat het laadstation wifidekking heeft, voor het downloaden van firmware-updates.
Stap 3: Leg de draad
- Plaats de lusdraad ten minste 2 meter buiten het probleemgebied. Dit zorgt dat uw robotmaaier weer verbinding maakt met de satelliet en gebruikmaakt van nauwkeurige positiebepaling.
Start en voltooi de installatie achter het laadstation.
Leg de draad in een lus rond het probleemgebied en terug.
- Laat 50 cm extra draad over voor aansluiting op het laadstation.
- Leg de ondersteuningsdraden niet onder de bodemplaat van het laadstation, aangezien dit de signalen van het laadstation kan verstoren.
- Zet de draad vast op de grond met Automower®-krammen of begraaf de draad door met een rechte spade een sleuf in de grond te maken.
- De maximale luslengte is 800 m.
Stap 4: Sluit de draad aan op het laadstation
Sluit elk uiteinde van de draad met Automower®-koppelingen aan op het laadstation.
- Open de koppeling en plaats de draad in de koppeling.
- Sluit de koppeling met een tang.
- Knip de draad 1-2 cm boven de koppeling af.
- Open de klep aan de voorkant van het laadstation.
- Voer de rechter draad en koppeling door het rechter gat aan de achterkant van de toren van het laadstation.
- Druk de koppeling op de metalen pen van het laadstation met de markering "AR".
- Herhaal deze procedure met de linker draad en koppeling, en bevestig deze aan de pen met de markering "AL".
Stap 5: Schakel de maaier in en plaats deze in het laadstation
- Sluit het laadstation aan op het stopcontact.
- Plaats de maaier in het laadstation.
Stap 6: Schakel EPOS™ Support by Wire in de app in
- Open de Automower® Connect-app en ga naar: Instellingen > Accessoires > EPOS™ Support by Wire > Inschakelen.
Stap 7: Controleer of de led van het laadstation continu groen brandt
- Als de led op het laadstation continu groen brandt, is de installatie juist.
- Als de led blauw knippert, controleert u of alle connectoren en koppelingen juist zijn aangebracht.
Verleng de draad indien nodig
Als de maaier blijft stoppen in een deel van het werkgebied of als hij het gebied met Support by Wire niet kan verlaten, moet u de draad mogelijk verder doorleggen in het werkgebied met een goed satellietsignaal.
- Gebruik Automower®-connectoren om de uiteinden van de draden aan te sluiten.
- Duw de uiteinden in een van de drie gaten in de connector.
- Druk met een tang op de connector om deze af te dichten.
- Zet de draden en de connector vast op de grond met een kram.
- Voor meer informatie over het gebruik van Automower®-connectoren leest u dit artikel.
Opmerking: De ondersteuningsdraadlus mag in totaal niet langer zijn dan 800 m.
Probleemoplossing: Draadbreuken en reparaties
Als de begrenzingsdraad breekt, blijft de maaier werken alsof EPOS™ Support by Wire is uitgeschakeld. Er verschijnt een waarschuwingsbericht in de Automower® Connect-app en het lampje van het laadstation knippert blauw.
Een kabelbreuk repareren
Volg onze gids om een kabelbreuk te repareren: Een kabelbreuk repareren in een Automower®-installatie.
EPOS™ Support by Wire en virtuele grenzen
EPOS™ Support by Wire werkt alleen binnen de grenzen van een virtuele installatie. De draad kan worden geplaatst in een gedeelte van een werkgebied of in een gebied waar u een transportpad hebt geïnstalleerd, maar kan niet worden gebruikt om het werkgebied (afbeelding 1) uit te breiden of om een afzonderlijk werkgebied te maken buiten de virtuele grenzen (afbeelding 2).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Kunnen verschillende delen van het gazon worden verbonden met EPOS™ Support by Wire?
Als er meerdere gebieden in uw gazon zijn waar het satellietsignaal niet optimaal is, kunnen meerdere ondersteuningsgebieden worden gecreëerd in één lus. De maximale luslengte is 800 meter.
Transportpaden, te vermijden zones en maaipatronen
Transportpaden
Als uw robotmaaier problemen heeft met het volgen van een transportpad in een gebied met een zwak satellietsignaal, kan EPOS™ Support by Wire ondersteuning bieden voor het transportpad. Voor de beste navigatieresultaten moet het transportpad zo breed mogelijk zijn.
Te vermijden zones
Te vermijden zones van EPOS™ worden gebruikt om te voorkomen dat de maaier delen van het gazon binnengaat waar hij niet mag maaien. In gebieden met een zwak satellietsignaal kan de nauwkeurigheid van deze virtuele grenzen worden aangetast. We raden u daarom ten zeerste aan om een eiland met de begrenzingsdraad te maken rond te vermijden zones in gebieden met een zwak satellietsignaal.
Het is echter belangrijk om te onthouden dat een met de begrenzingsdraad gemaakt eiland alléén niet voorkomt dat de maaier het gebied binnengaat. Hiervoor is altijd een te vermijden zone van EPOS™ vereist.
Maaipatronen
- Systematisch maaien: Als systematisch maaien is geselecteerd en het satellietsignaal voor de maaier verloren gaat in een gebied van het gazon met EPOS™ Support by Wire, stopt de maaier bij de begrenzingsdraad. Hij hervat het maaien zodra de ontvangst van het satellietsignaal is hersteld.
- Onregelmatig maaien: Wanneer onregelmatig maaien is geselecteerd, zal de maaier blijven maaien binnen het gebied dat is gedefinieerd door de begrenzingskabel, zelfs als het satellietsignaal verloren gaat.
Neem voor persoonlijke hulp met uw Automower®-robotmaaier contact op met uw plaatselijke Husqvarna-dealer.