Automower NERA wire free installation - web use only
Instructies & handleidingen

Installatiegids virtuele grenzen Husqvarna Automower®

Maximaliseer het potentieel van uw maaier door te zorgen voor een correcte installatie in uw tuin. Dit is onze eenvoudig te volgen, stapsgewijze handleiding en instructievideo om u te ondersteunen bij de installatie van uw robotmaaier zonder begrenzingsdraden.

Stap 1. Zorg dat u alles hebt wat u nodig hebt

Voordat u begint met de installatie van uw robotmaaier met de Husqvarna EPOS™ Plug-in en het referentiestation, moet u zorgen dat u alles hebt wat u nodig hebt:

Drie verschillende verpakkingen met

  1. De robotmaaier
  2. De Husqvarna EPOS™ Plug-in
  3. Het EPOS™ RS1-referentiestation

Voordat u kunt beginnen met maaien, moet de maaier worden opgeladen en bijgewerkt met de nieuwste firmware. Zorg daarom dat u zich dicht bij een stopcontact bevindt. Als u een 310E NERA of 320 NERA hebt, moet u zorgen dat deze een goed wifisignaal ontvangt, aangezien deze modellen geen mobiele verbinding kunnen gebruiken. U hebt ook een Torx T20-schroevendraaier nodig om de EPOS™ Plug-in aan te brengen op de maaier.

Stap 2. Download de Automower® Connect-app

Download de Automower® Connect-app in de AppStore of GooglePlay. Maak na het downloaden een Husqvarna-account aan.

Stap 3. Monteer het laadstation Het laadstation wordt geleverd in twee stukken die aan elkaar moeten worden gemonteerd.

  1. Open de klep en sluit de kop van het laadstation aan.
  2. Sluit de laadkabel aan op de voedingskabel en steek hem door de achterkant van het laadstation.
  3. Plaats de rubberen doorvoertule op zijn plaats, sluit één kabel aan op het laadstation en de andere op de laadkabel.
  4. Sluit de klep en sluit de voedingskabel aan op een stopcontact. Als u dit op de juiste manier hebt gedaan, knippert het laadstation blauw. Als het rood knippert, controleert u of alle kabels goed zijn aangesloten.
Virtual installation illustration
Virtual installation illustration

Stap 4. Laad de maaier op en start deze

Plaats de maaier in het laadstation. De maaier wordt automatisch ingeschakeld en begint met opladen. 

Stap 5. Koppel de maaier met de app

Druk op het draaiwiel als de maaier in de stand-bymodus staat (PIN-code: 1234) en volg de instructies in de app. U kunt in de app zien dat de maaier wordt opgeladen. Als u een 310E NERA of 320 NERA hebt, moet u in deze stap ook de wifiverbinding instellen. Daarnaast moet u cloudkoppeling uitvoeren in de app (dit geldt voor alle Automower®-modellen).

OPMERKING: Als u de plug-in bij deze stap al hebt aangebracht, is het mogelijk dat deze niet kan worden gekoppeld. Schakel de maaier uit en koppel de Plug-in-kabel los van de maaier. Laat deze losgekoppeld, schakel de maaier in en probeer opnieuw te koppelen.

Stap 6. Sluit de EPOS™ Plug-in aan

  1. Schakel de maaier uit
  2. Trek de bovenkap van de maaier voorzichtig omhoog en verwijder hem
  3. Draai de schroeven los met de Torx T20-schroevendraaier en verwijder de kunststof kap
  4. Verwijder de waterdichte kunststof kap van de kabel van de maaier en sluit het EPOS™ Plug-in-snoer aan
  5. Gebruik dezelfde schroeven om de EPOS™ Plug-in aan te brengen
  6. Bevestig de bovenkap op de maaier
  7. Schakel de maaier in

Er wordt een firmware-update gestart, die enige tijd kan duren (soms tot een uur). Voor deze stap hoeft de app niet geopend te zijn en hoeft uw telefoon zich niet in de buurt van de maaier te bevinden. In de tussentijd kunt u doorgaan met de volgende stap en het referentiestation plaatsen.

Virtual installation illustration
Virtual installation illustration
Virtual installation illustration
Virtual installation illustration

Stap 7. Stel het referentiestation in

Bepaal de beste plaats voor het referentiestation: met vrij zicht op de lucht en bij voorkeur in de buurt van een stopcontact. Het referentiestation is weerbestendig en kan het hele jaar door buiten blijven. Het is belangrijk dat het op een vaste plaats blijft nadat de virtuele grenzen zijn gemaakt, dus het wordt afgeraden om het op een vlaggenmast te bevestigen. De maaier hoeft zich niet in de buurt van het referentiestation te bevinden om te kunnen maaien. Nadat u de beste plek hebt bepaald, monteert u het referentiestation en sluit u het aan op een stopcontact. Het referentiestation heeft enige tijd nodig om verbinding te maken met de satellieten. Dit kan tot 15 minuten duren. Het proces is voltooid als een groen lampje op het referentiestation gaat branden. Nu kunt u het koppelen met uw maaier. Volg de stappen voor ondersteuning bij de configuratie van EPOS in de Automower® Connect-app.

Virtual installation illustration
Virtual installation illustration
Virtual installation illustration

Stap 8. Plaats het laadstation

  1. Als u dit nog niet hebt gedaan, is het nu tijd om de beste plaats voor het laadstation te bepalen, bij voorkeur in de buurt van een stopcontact. Het station moet zo worden geplaatst dat het koppelpunt zich in een open gebied met vrij zicht op de lucht bevindt (niet onder bomen of een dak). Het koppelpunt is een virtueel punt, meestal 1-2 meter vóór het laadstation, dat uw maaier laat weten waar het laadstation zich bevindt. Weet dat alleen het koppelpunt vrij zicht op de lucht vereist, het laadstation zelf niet. Sluit het laadstation aan op een stopcontact van 100-240 V.
  2. Open de app en laat uw maaier zoeken naar een koppelpunt vóór het laadstation. De app biedt begeleiding bij het configureren van uw installatie.

Stap 9. Creëer de virtuele grenzen

Weet dat de routepunten worden geplaatst bij de hoek van de maaier linksvoor. De grenzen mogen niet dicht bij bomen worden geplaatst met een kroon die breder is dan 4 meter. De satellietdekking zal tijdens het jaar veranderen als de bomen hun bladeren verliezen of groeien.

  1. Om de virtuele grenzen te maken opent u het kaartgedeelte van de app en selecteert u "Toevoegen" > "Werkgebied". Gebruik de appDrive-functie om de maaier op afstand rechtsom rond het gazon te rijden. Tijdens het rijden met de maaier plaats u punten bij bochten om de grens te creëren. Het is belangrijk waar u de routepunten instelt, niet hoe u zich ertussen verplaatst. Nadat u de grens hebt gecreëerd, kunt u de punten in de kaartweergave van de app bewerken.
  2. Voor gepersonaliseerd zonebeheer kunt u te vermijden zones creëren om te voorkomen dat de maaier in bepaalde gebieden komt. Deze kunnen worden gecreëerd in het kaartgedeelte van de app door "Te vermijden zone toevoegen" te selecteren. U stuurt de maaier dan op afstand linksom rond het gebied om een te vermijden zone te creëren. Druk op GEREED om het laatste punt te verbinden met het eerste.
  3. Als uw laadstation buiten het werkgebied is geplaatst, moet u een transportpad maken om de maaier van het werkgebied naar het koppelpunt van het laadstation te leiden. Om een transportpad te maken selecteert u in het kaartgedeelte van de app: "Toevoegen" > "Transportpad". Zorg dat het startpunt van het transportpad zich binnen het werkgebied bevindt op ten minste 1 m afstand van de grens ervan. Als u meerdere werkgebieden hebt, moet elk werkgebied zijn eigen transportpad naar het laadstation hebben.
Virtual installation illustration
Virtual installation illustration

Stap 10. Stel in de app een schema in en begin met maaien

Nu kunt u uw gazon gaan maaien. U hebt hierbij de mogelijkheid om een schema in te stellen voor eenvoudig regelmatig maaien. De app biedt aanvullende tips en informatie om u te helpen uw maaier te optimaliseren, waardoor u tijd bespaart en uw gazon er 24 uur per dag, 7 dagen per week perfect bij ligt.