Automower®-robotmaaier volgt de geplande maaitijden niet
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom uw Automower®-robotmaaier mogelijk niet volgens schema werkt. Hier vindt u een handleiding om u te helpen deze problemen te identificeren en op te lossen.
| Oorzaak | Effect | Actie | Hoe de instelling te wijzigen |
|---|---|---|---|
| De maaier moet worden opgeladen | De maaier keert terug naar het laadstation wanneer de accu bijna leeg is en hervat de werking wanneer deze voldoende is opgeladen. | Geen actie nodig. Als de gebruikstijd tussen twee oplaadbeurten korter is dan normaal, moet de batterij mogelijk spoedig worden vervangen. | Geen actie |
| De knop START is niet ingedrukt | De maaier wordt geparkeerd totdat u een nieuwe bedrijfsmodus selecteert. | Selecteer Start > Hervatten in het hoofdgebied. |
|
| Het product is ingesteld voor gebruik in een bijgebied | Na het maaien van een bijgebied moet de maaier opnieuw worden ingesteld op Hoofdgebied opdat het schema wordt toegepast. | Selecteer Start > Hervatten in het hoofdgebied. |
|
| De maaier wordt tot nader order geparkeerd | Deze opdracht overschrijft het schema. De maaier wordt geparkeerd totdat u een nieuwe bedrijfsmodus selecteert. | Selecteer Start > Hervatten in hoofdgebied. |
|
| De maaier is voor een bepaalde duur (minuten, uren of dagen) geparkeerd | Deze opdracht overschrijft het schema. De maaier wordt gedurende de opgegeven tijd geparkeerd en begint na de opgegeven tijd te werken volgens het schema. | Selecteer Start > Hervatten in het hoofdgebied. |
|
| De maaier is voor een bepaalde duur (minuten, uren of dagen) gestart | Deze opdracht overschrijft het schema. De maaier werkt gedurende de opgegeven tijd volgens de ingebouwde maai- en laadcyclus en begint na de opgegeven tijd te werken volgens het schema. | Selecteer Start > Hervatten in het hoofdgebied. |
|
| Weertimer is geactiveerd | De weertimerfunctie past automatisch de maai-intervallen aan de grasgroei aan. Als het gras niet voldoende is gegroeid, keert de maaier terug naar het laadstation en wordt het schema overschreven. | Schakel de Weertimer uit of wijzig de gevoeligheid ervan. |
|
| Het product staat in de stand-bymodus (Maaien voor vandaag voltooid) | Het product heeft een maximale maaitijd per dag. De werkelijke bedrijfstijd kan variëren, afhankelijk van verschillende factoren, zoals de indeling van het werkgebied, de grasgroei en de leeftijd van de accu.
| Dit gedrag is normaal, er hoeft geen actie te worden ondernomen. | Geen actie |
| Vorstbescherming is geactiveerd | Als Vorstbescherming is geactiveerd, start de maaier niet als de temperatuur lager is dan 5 °C. | Schakel Vorstbescherming uit. |
|
| Automower® Smart Routine is geactiveerd | Sommige Automower® Smart Routines kunnen het schema overschrijven. | Schakel de Automower® Smart Routine in of pas de instellingen aan. |
|
| IFTTT-applet is geactiveerd | De IFTTT-applets die voor uw product zijn geactiveerd (door uzelf of een andere Automower® Connect-gebruiker), kunnen het product parkeren en daarmee het schema overschrijven. | Schakel de IFTTT-applet uit of pas de instellingen aan. | Meld u aan bij http://ifttt.com |
| De accutemperatuur valt buiten de aanbevolen limieten | De maaier werkt niet als de temperatuur van de accu te hoog of te laag is. | Zorg ervoor dat het laadstation in de schaduw staat en gebruik de maaier niet bij extreme temperaturen. | Geen actie |
| De maaier wordt niet opgeladen | Het product wordt onvoldoende opgeladen om te kunnen werken, ondanks het feit dat het zich in het laadstation bevindt. | Neem contact op met uw dealer. | Geen actie |
| Verkeerde tijdsinstellingen | De klok of het schema van de maaier is mogelijk onjuist. | Stel de klok in en pas de start- en stoptijd aan. | Productdisplay > Instellingen > Algemeen > Tijd & datum |
Laadstation in een te vermijden zone (voor modellen met AIM of EPOS Technology-ondersteuning) | Als het laadstation zich in een te vermijden zone bevindt, zal de maaier niet werken. | Pas de te vermijden zone aan, zodat het laadstation zich niet daarin bevindt. | Automower® Connect > Kaart > kaartobject selecteren > Bewerken |
Afhankelijk van uw Automower®-model en -specificaties is bepaalde informatie mogelijk niet van toepassing op uw product.
